15 september 2014

Defensiebegroting 2015: Minder bezuinigen blijft bezuinigen

De AFMP is uitermate teleurgesteld in de Defensiebegroting. Waar de Minister rept van een trendbreuk, kunnen wij die absoluut niet bespeuren. Eerdere bezuinigingen en reorganisaties worden doorgezet, hierop vindt geen bijstelling plaats. Er is, ondanks alle mooie woorden, volstrekt géén aandacht voor het personeel.

Het lijkt er op of Defensie er met Prinsjesdag geld bij krijgt, maar niets is minder waar. Er is een paar jaar terug 1 miljard euro bezuinigd. In 2014 wordt er 282 miljoen euro bezuinigd. Dat zijn structurele bezuinigingen die gewoon doorgaan. Als er komend jaar 50 miljoen euro bij komt, betekent dat minder bezuinigen, geen geld er bij. Ook in de nabije toekomst blijft het een kwestie van hooguit minder snoeien. De regering belooft dat Defensie er in 2016 een bedrag van 150 miljoen ‘bij krijgt’ en het jaar daarna 100 miljoen euro. Maar wordt die belofte ook waargemaakt? Er zijn immers ieder jaar opnieuw begrotingsonderhandelingen. En op 15 maart 2017 zijn er opnieuw verkiezingen. Ook dat zal van invloed zijn op de Defensiebegroting. Daarbij vinden veel investeringen pas ná 2015 plaats. Deze zijn vooral gericht op operationele capaciteit. De concrete maatregelen tonen pijnlijk duidelijk aan dat hiermee de brede inzetbaarheid van de krijgsmacht nauwelijks zal toenemen.

Van mooie woorden kun je niet eten
In de Defensiebegroting wordt vooral ingezet op versterking van de operationele capaciteit, maar er wordt in 2015 géén extra geld vrijgemaakt voor het personeel. Terwijl dat hard nodig is. Het Defensiepersoneel staat al vier jaar op de nullijn en het arbeidsvoorwaardenakkoord is al 565 dagen verlopen. De rechtspositie, de werkgelegenheid, de inkomens en de arbeidsomstandigheden van het Defensiepersoneel zijn door minister Hennis en haar voorgangers jarenlang verwaarloosd. Het Defensiepersoneel is er in inkomen fors op achteruit gegaan. Minister Hennis zegt keer op keer dat het personeel de spil van de Defensieorganisatie is, en daarmee het kostbaarste bezit. In de Beleidsbrief 2015 geeft zij opnieuw aan dat personeel de meest kritische succesfactor van de krijgsmacht is. AFMP-voorzitter Anne-Marie Snels: “Die mooie woorden zijn voor 2015 helaas niet vertaald in concrete maatregelen. En van mooie woorden kun je niet eten.”
Die waardering moet volgens de AFMP ook expliciet tot uitdrukking komen in de Defensiebegroting. Zowel in de beloning van het Defensiepersoneel, als in het oplossen van tal van andere problemen in de Defensieorganisatie die het personeel direct raken. Deze problemen worden blootgelegd in de enquête die de AFMP samen met de VBM hield onder 3216 (voormalig) Defensiemedewerkers en die de defensievakbonden op 12 september jl. presenteerde.

Ongewenste uitstroom
Omdat de beloning van het Defensiepersoneel fors achterblijft, leidt dat onder meer tot ongewenste uitstroom uit de Defensieorganisatie. Bijna een op de vijf werknemers heeft het afgelopen jaar naar een functie buiten Defensie gesolliciteerd, zo blijkt uit de enquête. Dat heeft ongewenste effecten voor de werkdruk van het zittend personeel. Veel teams zijn niet op sterkte. Bovendien verliest Defensie daarmee haar aantrekkingskracht. De instroom van nieuw personeel laat dan ook te wensen over.

Inzetbaarheid sterk verslechterd
Uit de enquête blijkt verder dat driekwart van de geënquêteerden van mening is dat de inzetbaarheid van het materieel het afgelopen jaar (sterk) is verslechterd. Ruim 70 % geeft aan dat de beschikbaarheid van reserveonderdelen sinds vorig jaar eveneens sterk is verslechterd. Bijna 55 % is verder van mening dat de personeelszorg eveneens (fors) is afgenomen. In de Beleidsbrief wordt gesuggereerd dat er gewerkt wordt aan verbetering van de Personeelszorg, de Geneeskundige voorzieningen, verdere aanvulling van inzet voorraden en voorraad reservedelen. De hiervoor gereserveerde bedragen worden echter grotendeels pas ná 2015 in de meerjarenraming opgenomen en veelal met geringe bedragen. Bovendien betreft het hier deels afspraken die al eerder met de bonden zijn gemaakt, er is dus niets nieuws onder de zon. Dit alles biedt de AFMP onvoldoende vertrouwen dat deze knelpunten ook daadwerkelijk worden opgelost.

Geen vertrouwen
Het vertrouwen van het personeel in de Defensietop, de minister en de politiek blijft onverminderd laag, vergeleken met de eerste peiling eind 2013. Liefst 88,5 % van de geënquêteerden geeft aan weinig tot geen vertrouwen te hebben in de besluitvorming van de politiek over Defensie. Bijna 60 % geeft aan geen vertrouwen te hebben in de top van Defensie. 85,5 % vindt dat de minister er (in het geheel niet) in geslaagd is om het vertrouwen bij het personeel het afgelopen jaar te vergroten. De wijze waarop minister Hennis meent de afgelopen vrijdag gehouden Manifestatie en de uitkomsten uit de enquête via de NOS te moeten bagatelliseren gaat géén bijdrage leveren aan het herstel van dat vertrouwen.

Minister Hennis van Defensie liet vrijdag 12 september aan de NOS het volgende weren: Zij wijst erop dat in oktober al CAO-gesprekken gepland staan. "Er werken 60.000 mensen bij Defensie, er stonden er vandaag honderd op het Plein. Ik heb de boodschap goed verstaan, maar ik ga het ook niet groter maken dan het is."
Defensie gaat volgens haar financieel gezien moeilijke jaren tegemoet maar ze verwacht dat het daarna wel beter wordt.

Geen investering in personeel en vertrouwen
De enquêteresultaten laten zien dat het defensiepersoneel zich grote zorgen maakt, niet alleen over hun inkomen, maar ook over de kwaliteit van de Defensieorganisatie. Terwijl dat vertrouwen zo noodzakelijk en cruciaal is. De grondwettelijke taken van Defensie en de omstandigheden waaronder die taken moeten worden uitgevoerd, vragen een krijgsmacht die als het er op aankomt slagvaardig kan optreden. Dit vraagt naast integer leiderschap en goed materieel, personeel dat blind kan vertrouwen op haar leiding. De defensieorganisatie valt of staat met de mensen en hun loyaliteit aan de organisatie, dié maken de organisatie. Je vraagt aan defensiemedewerkers namelijk iets heel bijzonders; of hij of zij bereid is zo nodig zijn veiligheid (en leven) te riskeren voor de veiligheid (en het leven) van een ander.

Vertrouwen en loyaliteit waren altijd een groot goed binnen de defensieorganisatie. Vertrouwen en loyaliteit zijn de belangrijkste basisvoorwaarden om als Defensie goed te kunnen functioneren. Maar jarenlang loyaliteit van de medewerkers vragen en daar als organisatie en politiek nauwelijks iets tegen over stellen heeft wel zijn prijs en heeft het vertrouwen enorm geschaad. Investeren in het herstel van vertrouwen, met specifieke aandacht voor zowel het inkomen, de personeelszorg, opleidingen als het materieel, zijn dus hoogst noodzakelijk. Die aandacht zien wij helaas niet terug in de Defensiebegroting.

Zorgen over reservistenbeleid
Verder maken wij ons grote zorgen over de opmerking dat Defensie meer aan wil sluiten bij het rijksbrede P & O beleid. Het kan én mag niet zo zijn dat de bijzondere positie van de militair niet naar behoren gewaardeerd wordt. Het voornemen van Defensie om meer Reservisten in te zetten valt bij de AFMP ook in slechte aarde. Reservisten zijn vooral bedoeld voor specialistische functies, niét voor vervanging van regulier werk tegen een slechte beloning.

Deelnemen aan missies heeft een prijs
De politiek roept om het hardst dat Nederland mee moet doen aan internationale missies en vredesoperaties (o.a. IS, Afghanistan). Maar door alle bezuinigingen van de afgelopen jaren wordt dat steeds moeilijker. De politiek is zich er onvoldoende van bewust dat bezuinigen op Defensie altijd tot gevolg heeft dat er navenant minder taken kunnen worden uitgevoerd. Doordat de politiek de ambities voortdurend op een té hoog niveau legt, zonder daarbij de bijbehorende financiële middelen te garanderen, worden tekorten op de exploitatie steeds opnieuw afgewenteld op het personeel.

Patriotmissie stopt noodgedwongen
Dat het personeel daar ook een forse prijs voor betaalt blijkt onder meer uit de Patriotmissie in Turkije. Die wordt nu stopgezet, nadat vorig jaar- tegen onze zin in - door Defensie is afgeweken van de regels voor uitzendbescherming. De Defensieleiding erkent nu dat er een té zwaar beroep is gedaan op het personeel en dat dit een van de redenen is om deze missie niet te verlengen. Ook t.a.v. de missie in Mali zijn er (nog steeds) problemen.

Vertraging missies
Of Nederland wel of geen bijdrage levert aan internationale missies en vredesoperaties blijft een politieke keuze. Het defensiepersoneel mag echter wél van zowel de politiek als de Defensieleiding verwachten dat de Defensieorganisatie daarvoor voldoende geëquipeerd is. Wat ons betreft dient de veiligheid en gezondheid van Defensiepersoneel bij uitzendingen zo goed mogelijk gewaarborgd te zijn en altijd voorop te staan. Dat kan betekenen dat missies later starten dan de politiek wenselijk vindt. Om een internationale rol van betekenis te kunnen spelen zal er méér geïnvesteerd moeten worden in Defensie.
In de begroting en de Beleidsbrief wordt nadrukkelijk gesproken over extra investeringen in operationele capaciteit zoals Cougar- en Chinook helikopters, 20 bushmaster pantservoertuigen, versterking van de inlichtingencapaciteit en de ICT. Ook hier geldt dat de investeringen veelal ná 2015 plaatsvinden en dus niet gegarandeerd zijn. In de tussentijd vinden immers weer begrotingsbehandelingen plaats.

Ook veiligheid heeft een prijs
Vrede en veiligheid kosten geld. Het Kabinet en de Tweede Kamer zouden de komende jaren structureel honderden miljoenen en op termijn miljarden moeten investeren om Nederland weer echt een internationale rol van betekenis te laten spelen. Nederland investeert immers nu maar 0.87% van het bbp, om aan onze internationale verplichtingen te voldoen is 2% bbp nodig. Dat betekent in feite dat het Defensiebudget op termijn verdubbeld moet worden. Minister-President Rutte moet de toezeggingen op de NAVO top in Wales dus ook waar gaan maken en concretiseren.

Daar waar het draagvlak onder de bevolking voor extra investeringen in Defensie hoog is, zo blijkt uit tal van onderzoeken, dient de politiek dat concreet te vertalen in meer geld voor Defensie en specifieke vertaling naar het personeel. De roep van CDS Middendorp dat er structureel meer geld naar Defensie moet komt wat ons betreft té laat. De generaal zei tijdens een bijeenkomst van de Atlantische Commissie gisteren t.o. de NOS dat hij denkt dat de groeiende steun voor Defensie van korte duur is. "Het actuele laagje support is gewoon dun", aldus Middendorp. Middendorp denkt dat zowel de mensen in de samenleving als in de politiek zich realiseren dat er een verandering moet komen bij Defensie, maar stelt wel dat ‘het ijs dun is.’ Hij wil dat Nederland niet minder dan de NAVO-norm (2 procent van het bruto nationaal product) gaat uitgeven aan Defensie. Daar sluiten we ons volmondig bij aan. Maar dan moet er wel een evenredig deel naar het personeel gaan, anders zakken we alsnog met z'n allen door het ijs. Investeren in personeel en vertrouwen is noodzaak. Veiligheid heeft zijn prijs, het defensiepersoneel verdient beter! Dat moeten politici zich goed realiseren.

Download 'Defensiepersoneel verdient beter'

Download 'Rijksbegroting defensie'