10 oktober 2014

Militaire pensioenregeling: Aanpassing voor 2015

De Defensievakbonden en de minister van Defensie hebben een akkoord bereikt over de militaire pensioenen in 2015. Gezamenlijk is er voor 2015 een tijdelijke oplossing gevonden als overbrugging naar structurele maatregelen. Dit was nodig omdat de wetgever al enige jaren bezig is iedere keer opnieuw de spelregels rond de pensioenen te wijzigen. De militaire pensioenen worden daar extra door geraakt vanwege het feit dat militairen nog over een eindloonregeling beschikken. De belangrijkste zaken die in de militaire pensioenregeling voor 2015 worden gewijzigd zijn de volgende.

Ophogen pensioen richtleeftijd naar 67 jaar
De pensioen richtleeftijd wordt opgehoogd van 65 naar 67 jaar Het ophogen van de pensioen richtleeftijd wil niet zeggen dat de ingangsdatum van het militaire pensioen wijzigt. Die is nu 65 jaar en blijft in 2015 ook nog 65 jaar. De leeftijd van 67 gaat echter gebruikt worden voor de berekening van het pensioen. Daarmee kan een deel van de versobering van het pensioen veroorzaakt door de gewijzigde spelregels in de pensioenwet worden beperkt.

Gebruiken fiscale ruimte partnerpensioen
Andere zaken zoals het opbouwpercentage (1,75%) en de franchise (18.300,00 euro) willen we voor 2015 ongemoeid laten. Dit komt omdat er nog een grote discussie gevoerd moet gaan worden over structurele maatregelen voor de militaire pensioenregeling. We willen daarom op dit moment zo min mogelijk aan de pensioenregeling veranderen. De maatregel om de pensioen richtleeftijd te verhogen is niet genoeg om alle fiscale problemen voor iedereen op te lossen. Er zullen in 2015 deelnemers zijn die niet meer binnen de ruimte blijven om fiscaal vriendelijk te kunnen sparen voor het aanvullende ouderdomspensioen. Daarom is, net als in 2014, een aanwijzing van de belastingdienst noodzakelijk om de militaire pensioenregeling ook in 2015 aan te merken als een zogenaamde “fiscaal zuivere” regeling. Ten behoeve van de deelnemers die het betreft moeten daarvoor wel nadere maatregelen worden getroffen. Als de fiscale ruimte in het ouderdomspensioen onvoldoende is, kan de niet benutte fiscale ruimte in het partnerpensioen worden gebruikt. Deze “uitruil” was ook in 2014 de oplossing om fiscale problemen op te lossen.

Uit voorbereidende gesprekken met de Belastingdienst is gebleken dat een aanwijzing mogelijk is. De fiscus stelt daarbij als voorwaarde dat Defensie een plan van aanpak opstelt, om in voorkomende gevallen via een schriftelijke procedure aan de partners van de deelnemers toestemming te vragen. De partners van de doelgroep zullen door de werkgever Defensie schriftelijk worden benaderd met de vraag of deze toestemming verleent voor het gebruik van de fiscale ruimte in het partnerpensioen.

Deze maatregel is in 2014 ook al toegepast om een aanwijzing van de fiscus voor de militaire pensioenregeling te verkrijgen. Het ging toen echter om een aanzienlijk kleinere groep deelnemers. Door de verdere versoberingen die het kabinet vanaf 1 januari 2015 gaat doorvoeren in de pensioenwet (aanpassing van het zogenaamde Witteveen kader) wordt een veel grotere groep getroffen. Naar verwachting zal dit tussen de 10.000 en 16.000 deelnemers gaan raken.

Als die toestemming door de partner niet wordt verleend, wordt voor die deelnemers het opbouw percentage verlaagd naar 1,675%. Hierdoor wordt niet alleen de opbouw van het pensioen in de toekomst, maar ook de zogenaamde “backservice” geraakt (verlaagd). Dit betekent op het eind van de rit een aanmerkelijk lager ouderdomspensioen voor de betreffende militair.

< Backservice is de pensioenverhoging in een eindloonregeling. Gaat je salaris omhoog, dan gaat ook het pensioen dat je in het verleden hebt opgebouwd omhoog. Dat gebeurd met het op dat moment geldende opbouwpercentage. Als deze zoals hierboven genoemd van 1,75% verlaagd wordt naar 1,657% betekend dat dus een lagere pensioenopbouw dan gepland >

Hoe nu verder
Er is een akkoord tussen de bonden en Defensie. Daarmee zijn we er echter nog niet. Er zijn nog een aantal andere partijen die ook nog hun toestemming moeten verlenen. De fiscus is er daar één van. Het APG, de organisatie die voor het ABP de uitvoering voor haar rekening neemt, heeft daarnaast ook nog eens veel tijd nodig om alles voor te bereiden en uit te voeren. Het zal daarom nog wel enige tijd duren voordat de deelnemers hierover nader worden geïnformeerd. De verdere communicatie hierover wordt verzorgd door ABP en de Werkgever Defensie. De AFMP adviseert u daarom die communicatie goed in de gaten te houden. Wij zullen u regelmatig informeren via de website en ons blad OpLinie.

Klik hier voor informatie over het ABP voor militairen

Klik hier voor informatie over het ABP voor ex-militairen