5 augustus 2014

Vraag en antwoord: overleg arbeidsvoorwaarden

AFMP-voorzitter Anne-Marie Snels beantwoordt vijf vragen over het uiterst moeizame arbeidsvoorwaardenoverleg.

Is de wil om tot een goed arbeidsvoorwaardenresultaat te komen er wel bij Defensie? Waar merk je dat aan?

‘Ik betwijfel sterk of bij Defensie wel de wil aanwezig is om überhaupt tot een arbeidsvoorwaardenakkoord over 2013 en 2014 te komen. Ik constateer dat er nu al driekwart jaar volstrekt niets gebeurd is om het vertrouwen in het personeel te herstellen. Het personeel zit al meer dan 500 dagen zonder nieuwe arbeidsvoorwaarden. Nadat de AFMP het opinieonderzoek in het najaar van 2013 heeft gehouden, had ik de hoop dat er daadwerkelijk stappen zouden worden gezet door de werkgever om de arbeidsvoorwaarden enigszins te verbeteren. Wetende dat er niet héél veel loonruimte zou zijn. Het Kabinet had de overheidssectoren immers op de nullijn gezet. Maar dat er helemaal niks mogelijk is, heeft mij enorm verbaasd en teleurgesteld. Terwijl Ton Heerts, de voorzitter van de FNV, notabene een afspraak maakte met de minister van Sociale Zaken Asscher dat er in ieder geval 200 miljoen euro voor de overheidssectoren beschikbaar is, en Defensie kreeg 15 á 20 miljoen euro.’

Hoe zit het met die afspraak van 200 miljoen euro?

‘Zelfs die afspraak wordt door de werkgever met voeten getreden. Daar ben ik heel boos over.’ Snels zegt vervolgens gekscherend: ‘We kunnen altijd nog aangifte van diefstal gaan doen.’ Ze vervolgt: ‘Ik heb hierover een pittige brief gestuurd aan zowel minister Hennis als minister Asscher. Ik wil nu eindelijk duidelijkheid, Defensie heeft ons té lang aan het lijntje gehouden. En de werkgever laat daarmee een ongelooflijke kans liggen om hiermee het vertrouwen van het personeel in de leiding enigszins te herstellen. Want er is niet alleen 15 á 20 miljoen euro beschikbaar, er moet meer financiële ruimte te vinden zijn op de personeelsbegroting om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Er is immers onderbezetting van teams, er zit nog ruimte in de SBK-gelden (sociaal beleidskader, red.). Het lijkt wel of bij de werkgever defensie het personeel de sluitpost op de begroting is. En je kunt niet van het defensiepersoneel blijven verwachten om zich dagelijks voor meer dan 100% in te zetten en daar als werkgever en politiek niks tegenover stellen. Dat gaat er bij mij niet in!’

Ben je teleurgesteld in de top van Defensie, en/of in de Minister, en waarom?

‘Ja. En ik ben niet alleen teleurgesteld rond de arbeidsvoorwaarden, maar ook in de snelheid waarmee Defensie voor het personeel ongelooflijk belangrijke zaken oppakt: zoals de bijzondere positie van de militair, de UKW, het AOW- gat, het militaire pensioen, de WUL en de personeelszorg. Ik heb me verbaasd hoe langzaam het allemaal gaat bij Defensie. De problemen zijn allemaal al lang bekend, en tot nu toe zijn er door Defensie geen concrete stappen gezet, geen concrete voorstellen gedaan. Ik zei niet voor niets in mijn column in de vorige OpLinie dat het bij Defensie allemaal gaat ‘met de snelheid van een achteruitlopende slak’. Het blijft bij veel mooie woorden, terwijl ik daden wil zien. Bijvoorbeeld de pensioenwetgeving dwingt sociale partners er toe om naar het militaire pensioen te gaan kijken. Tal van mensen zitten intussen met een AOW gat, er liggen nog steeds geen afspraken over een structurele oplossing van de WUL. Het lijkt wel of Defensie zich voor al die belangrijke onderwerpen niet verantwoordelijk voelt. Terwijl die problemen wél heel snel moeten worden opgelost.’

Waarom zeg je niet gewoon: we stoppen met onderhandelen want het heeft geen zin, we gaan actievoeren?

‘Wat mij betreft zijn we niet ver van het moment af dat we gaan zeggen dat we het overleg gaan stopzetten. Ook onze kaderleden uit de sectoren zijn het zat. We houden opnieuw een enquête onder onze leden, daar kunnen overigens ook niet-leden aan meedoen. Dan kan iedereen aangeven hoe het nu staat met het vertrouwen in de top van Defensie. En wat onze leden verwachten van de arbeidsvoorwaarden en de houding van de werkgever. Maar ik zeg er ook bij dat de leden wél in beweging moeten komen als de werkgever zo halsstarrig blijft. Want de top van Defensie en de minister zullen er niet wakker van liggen als Snels in haar eentje voor de deur van Plein 4 duidelijk gaat maken wat ze er van vindt. Dat moeten we samen met kaderleden én leden doen. En het liefst samen met de andere vakbonden. Wat mij betreft ga ik dus met onze achterban in gesprek na de zomer. Om ze nóg eens uit te leggen waar de werkgever mee bezig is, en om ze in beweging te krijgen.’

‘De bonden hebben in 2012 het overleg stilgelegd. Toen moest er zelfs een commissie, de commissie de Veer, aan te pas komen om het overleg weer van de grond te krijgen. Defensie zou zich een uitermate slecht werkgever tonen als in 2 jaar tijd de bonden opnieuw het overleg stopzetten. Als ik werkgever was zou ik me ernstig achter mijn oren krabben. Je personeel is immers je belangrijkste kapitaal, zonder de tomeloze inzet van defensiemedewerkers is defensie helemaal niks. Wanneer gaan de werkgever dat eindelijk eens inzien?’

Wat merk je, nu je bijna een jaar actief bent als voorzitter van de AFMP, aan de manier waarop arbeidsvoorwaardenonderhandelingen gaan vergeleken met jouw eerdere ervaringen? Wat zou er anders, beter kunnen, of zie je aan de andere kant ook voordelen?

‘Ik heb zelden in mijn lange vakbondscarrière meegemaakt dat het zo lang duurt voordat een werkgever daadwerkelijk stappen gaat zetten en echt gaat onderhandelen. Ik heb trouwens ook zelden meegemaakt dat in een sector waar de organisatiegraad zo hoog is, ruim 80 % van het Defensiepersoneel is lid van een vakbond, de werkgever denkt de bonden te kunnen passeren. Want de top van Defensie meent dat zij met het personeel in gesprek kan gaan over bijvoorbeeld het AOW- gat. Ik vind dat echt ‘not done’. Dat zijn onderwerpen die aan de onderhandelingstafel thuis horen. Wij gaan zelf wel luisteren wat onze leden van voorstellen vinden, daar heb ik de werkgever niet voor nodig! En ik ben een “poldermeisje”, ik ben voor het overleg. Maar daar zijn twee partijen voor nodig. En als we met overleg niet verder komen moet er actie komen. De vakbondsgeschiedenis leert dat dat veelal tot betere resultaten leidt. En als het nodig is schuw ik de actie niet, daar heb ik ruime ervaring in!’

Meer over:
C&R