5 juli 2019

ACOP-fractie in ABP-Verantwoordingsorgaan

Sinds 2014 is er een verantwoordingsorgaan (VO) binnen het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Het VO is vergelijkbaar met een medezeggenschapsraad en heeft op cruciale punten adviesrecht. Het verantwoordingsorgaan overlegt circa 6 keer per jaar in eigen kring (met alle fracties), 6 keer per jaar met het bestuur van ABP en 2 keer per jaar met de Raad van Toezicht. Namens de FNV/ACOP, FNV/Aob en FNV Veiligheid hebben 11 mensen zitting in het VO. (Richard Bronswijk namens de Nederlandse Politiebond en Bert Weeren voor FNV Veiligheid gepensioneerden.)

Scholing
Na de verkiezingen in 2018 met een opkomstpercentage van 8,3% en de benoeming van het nieuwe verantwoordingsorgaan hebben veel leden drie intensieve trainingen gevolgd via SPO. De trainees hebben een certificaat ontvangen en daarnaast hebben VO leden meerdere trainingen binnen ABP kunnen volgen.

Ontwikkelingen
In het afgelopen VO jaar (1 juli 2018 – 1 juli 2019) zijn vele onderwerpen besproken en heeft u in het nieuws positieve en minder positieve berichtgeving kunnen vernemen zoals:
- Afschaffen ANW compensatie;
- Overgang eindloon naar middelloonregeling militairen;
- Problemen met AOW -toeslag voor de partner;
- De pro-actieve houding bij AOP en PVAOP (premievrije
arbeidsongeschiktheidspensioen);
- Het pensioenakkoord 2019.

Taken verantwoordingsorgaan
Leden van het VO denken kritisch mee over allerlei beleidszaken. Ze geven gevraagd én ongevraagd advies aan het bestuur van ABP. Een aantal zaken waarover het verantwoordingsorgaan meedenkt:
• De regels voor beleggen.
• De hoogte van de pensioenpremie en indexaties.
• De wijze van communiceren naar werkgevers, deelnemers, gepensioneerden en slapers van het pensioenfonds ABP.

Opbouw verantwoordingsorgaan
In het VO zitten 48 vertegenwoordigers namens werkenden, gepensioneerden en werkgevers. 11 van deze 48 zitten in het orgaan namens de FNV/ACOP, FNV/Aob en FNV Veiligheid.

Vergaderingen VO
Het VO overlegt circa 6 keer per jaar in eigen kring met alle fracties, 6 keer per jaar met het bestuur van ABP en 2 keer per jaar met de Raad van Toezicht.

Standpunten FNV/ACOP
Tijdens de overlegvergadering met het ABP-bestuur op 27 juni 2019 werden de standpunten van de FNV/ACOP-fractie helder gemaakt:
• Wij vinden de proactieve houding van het ABP met betrekking tot het aanschrijven van de deelnemers die (vermoedelijk) nog recht hebben op een AOP of PVAO, een compliment waard. In principe is het immers de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf om een aanvraag in te dienen. Het feit dat vele deelnemers alsnog de uitkering krijgen waar zij recht op hebben, leidt echter onherroepelijk tot een daling van de dekkingsgraad. De dan ontstane daling van het eigen vermogen zal opgelost moeten worden.

• Met betrekking tot het opsporen van deelnemers die recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en in het verleden daarop geen beroep hebben gedaan, is de FNV/ACOP van mening dat de hieraan verbonden kosten in verband met het alsnog toekennen van een uitkering gefinancierd kunnen worden uit het vermogen. Immers de premies hebben zij eerder al gestort. Wel dient overwogen te worden bij de vaststelling van de Premie- en Indexatie Nota 2020 of de premie voor wat betreft het arbeidsongeschiktheid gedeelte iets verhoogd dient te worden, omdat in het verleden de premie voor het arbeidsongeschiktheid gedeelte te laag is vastgesteld.

• Tevens willen wij de aandacht vragen van de werkgevers om bij de communicatie naar de werknemers, die eventueel in aanmerking komen voor een AOP of PVAO, deze meer actief te wijzen op de aanvraag van een AOP/PVAO-uitkering zodat zij direct krijgen waar zij recht op hebben.

• Tot slot is er gesproken over het huidige strategisch plan van het ABP. Dit betreft een intern document van het ABP zelf. De FNV/ACOP fractie geeft uiteindelijk een positief advies over deze nota maar stelt wel nog de volgende vraag: “Lukt het het ABP om het eerder bereiken van de AOW-leeftijd vanwege het huidige pensioenakkoord, zodanig door te voeren dat de deelnemers goed en tijdig geïnformeerd worden over de te maken keuzes?”