Arjen Rozendal Sectorhoofd Marine / Burgerpersoneel

Behouden vaart

Kort geleden benaderden een thuisfronter en een bemanningslid van de Zr.Ms. Rotterdam mij. Afzonderlijk van elkaar uitten zij tegenover mij hun zorgen over de coronamaatregelen rond het opwerktraject bij de Flag Officer Sea Training (FOST) op het schip. Ik zag hierin volop aanleiding om te bellen met Willem Jan Rouwhorst, de Eerste Officier (EO) van de Zr.Ms. Rotterdam.

We spraken uitgebreid over de genomen maatregelen, de gelegde contacten, de onderzochte risico’s en de uitgewerkte planning om een veilige deelname aan de FOST in deze coronaperiode te garanderen. Rouwhorst wees mij op het bestaan van een tijdelijke risico-inventarisatie, die bij elke beleidsverandering of bekendmaking van nieuw wetenschappelijk onderzoek op coronagebied wordt bijgesteld. Dit gebeurt in nauw overleg met belangrijke partijen, zoals de Geneeskundige en Personele Zorg (GPZ) van de marine, het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) van Defensie en de medezeggenschap.

In de aanloop naar de deelname aan de FOST was er uitvoerig contact tussen de Engelse marine en de FOST-organisatie. Doel van dit contact was om er samen voor te zorgen dat er over en weer hetzelfde beeld zou ontstaan over de manier waarop wordt omgesprongen met de coronamaatregelen, hieraan gerelateerde verschijnselen en met het coronavirus besmette mensen.

De Engelsen gaan niet anders met deze materie om dan wij als Nederlanders of als Koninklijke marine. De te onderkennen risico’s zijn voor beiden hetzelfde. Beide zeemachten hebben baat bij een zo veilig en gezond mogelijk functiebestand en bij een zo hoog mogelijk rendement voor de nationale en internationale veiligheid. Om onnodige risico’s in de kiem te smoren, wordt er in de eerste drie weken van de FOST niet gepassagierd. Bemanning van de Zr.Ms. Rotterdam zal binnenliggend de marinebasis niet verlaten. Vermenging en contact met de Engelse maatschappij worden zo voorkomen. 

Rouwhorst is ervan overtuigd dat met de bemanning hierover voldoende is gecommuniceerd. Als voorbeeld noemde hij de aanwezigheid van de GPZ aan boord van het schip, de dag voor ons telefoongesprek. De bemanning die daaraan behoefte had, werd tijdens vraag- en antwoordgesprekken uitgebreid voorgelicht. Tegelijkertijd benadrukte Rouwhorst dat hij zich ervan bewust is dat niet iedereen op de juiste gevoelsmatige manier wordt benaderd of gehoord. Hij sprak de hoop en wens uit dat zijn personeel de leiding van de Zr.Ms. Rotterdam en hem het vertrouwen schenkt dat alles is en wordt gedaan om op de juiste manier door te gaan. Als de gemaakte plannen en onderkende scenario’s niet haalbaar blijken, dan zal hij niet aarzelen om terug te keren of terug te komen op de beoogde inzet.

Met interesse kijken andere eenheden naar de Zr.Ms. Rotterdam en de vaarroute die het schip volgt als het gaat om coronamaatregelen in het opwerktraject bij de FOST. Het is het eerste schip dat na maanden van afwezigheid terugkeert in dit traject. Straks wil het klaar zijn om hulp te bieden in de West als dit nodig is.

Na mijn gesprek met Rouwhorst heb ik er alle vertrouwen in dat de Koninklijke marine haar uiterste best doet om in de nieuwe werkelijkheid van vandaag de dag op een veilige en gezonde manier dienstbaar te zijn aan de Nederlandse belangen. En ik besef maar al te goed dat ik dit constateer vanuit mijn persoonlijke perspectief. Heb je een ander beeld of een afwijkende ervaring? Maak dat dan bespreekbaar. Veiligheid en gezondheid zijn gedeelde verantwoordelijkheden, waaraan de hiërarchie ondergeschikt moet zijn. Slaag je er op één of andere manier niet in jouw indrukken kenbaar te maken? Meld je dan bij mij als sectorhoofd Marine en Burgerpersoneel via e-mail of telefoon: 06-23895507.