6 maart 2017

Eigen Huishouding Centrale Raad geeft duidelijkheid

Nabetaling tot 24 november 2014 is voldoende, zo oordeelde de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2017 in onze proefprocessen over de eigen huishouding. Hierdoor is er na jaren eindelijk duidelijkheid: onderscheid naar eigen huishouding is verboden, de vele nabetalingen zijn correct en verder terug dan 24 november 2014 hoeft Defensie niet te gaan. Dit geldt niet alleen voor deze proefprocessen, maar ook voor de vele zaken die nog in de ijskast staan. Alle betrokkenen worden binnenkort individueel geïnformeerd.

Jarenlang maakte Defensie onderscheid bij de tegemoetkomingen voor reis-, huisvestings- en voedingskosten. Had je een eigen huishouding, dan ontving je meer dan collega’s zonder eigen huishouding. Historisch gezien was dit misschien verklaarbaar, maar in de huidige tijd zeker niet meer. Na een jarenlange juridische strijd kreeg de AFMP op 24 november 2014 eindelijk gelijk. De Centrale Raad van Beroep (de Raad) oordeelde dat Defensie niet langer onderscheid mocht maken tussen wel of geen eigen huishouding. Een prachtige overwinning waarmee aan dit onderscheid definitief een einde werd gemaakt.

Massale nabetaling
Naar aanleiding van deze uitspraak kende Defensie aan alle medewerkers zonder eigen huishouding alsnog de gemiste tegemoetkomingen toe, met terugwerkende kracht tot 24 november 2014. Een mooi resultaat dat velen een aanzienlijke nabetaling opleverde in oktober 2015. Eén vraag bleef echter over: bestaat er ook recht op nabetaling over de periode vóór 24 november 2014? Volgens Defensie was dit pertinent niet het geval, maar de AFMP was hier niet zo zeker van. De enige die hier antwoord op kon geven was de rechter. En ondanks dat de kans van slagen klein was, riepen we onze leden op om voor de zekerheid toch in bezwaar te gaan en/of een aanvraag in te dienen over de periode vóor 24 november 2014. Daar werd massaal gehoor aan gegeven, wat een enorme stroom aan afwijzingen opleverde. Uit praktische overwegingen maakten we met Defensie en de rechterlijke macht afspraken over enkele proefprocessen. De rest van de aanvragen, bezwaren en beroepen gingen in de ijskast, in afwachting van het uiteindelijke oordeel van de Raad.

Niet vóór 24 november 2014
Op 2 maart 2017 heeft de Raad het verlossende antwoord gegeven: Defensie hoeft geen nabetaling te doen over de periode vóór 24 november 2014. De Raad stelt dat uit de loonstroken altijd duidelijk is gebleken of je de hogere of de lagere tegemoetkomingen kreeg. Dat je voor de hogere bedragen een aanvraag moest indienen en voor de lagere bedragen niet, maakt volgens de Raad geen verschil. In beide gevallen is de toekenning op de loonstrook een besluit waartegen je toen bezwaar en beroep had kunnen indienen. Heb je dat niet gedaan dan staat het besluit in rechte vast. Als een rechter later bepaalt dat de regelgeving anders moet worden toegepast, hoeven eerdere besluiten daar niet op worden aangepast. Dat zou volgens de Raad de rechtszekerheid te veel aantasten. Klik hier voor de volledige uitspraak van de Raad.

Gevolgen
Deze uitspraak heeft niet alleen gevolgen voor de proefprocessen, maar ook voor de vele aanvragen, bezwaren en beroepen die nog in de ijskast staan. Per zaak zal bekeken moeten worden of doorzetten nog een kans van slagen heeft na deze uitspraak van de Raad. Door de strikte uitspraak van deze hoogste rechter zal dit voor het overgrote deel van de zaken waarschijnlijk niet het geval zijn. Dit moet echter wel per zaak worden bekeken en dat kost even tijd. Heb jij ook zo’n zaak bij ons in behandeling gegeven, dan word je persoonlijk geïnformeerd over de verdere afhandeling.

Meer over:
C&R
WGAFR