Anne-Marie Snels Oud-voorzitter

Wat is er toch mis bij defensie?

De afgelopen dagen was Defensie weer opvallend veel in het nieuws, en bepaald niet positief. Een greep uit de artikelen die de afgelopen week verschenen:

  • Follow the Money over de verzwegen financiële risico’s van de kazerne in Vlissingen;
  • de Rekenkamer met een scherp oordeel over de staat van Defensie en het “houtje- touwtje beleid” met betrekking tot de missie Mali;
  • het dodelijke duikongeluk van een matroos op Curaçao eind 2015, waarvoor nu pas maatregelen worden getroffen.
  • Defensie biedt extreem lage baankansen, kopt het Algemeen Dagblad op basis van onderzoek door de nationale beroepengids.

Dit lijstje is met gemak aan te vullen. Je wordt er verdrietig van als je dat allemaal leest en op je in laat werken. Zou de ambtelijke top van defensie dat ook worden? Of denken ze “deze buien waaien ook wel weer over”?

Ik vraag me voortdurend af of Defensie wel leert uit het verleden, de ‘lessons learned’ uit bijvoorbeeld de ongevallen in Mali, Ossendrecht en de vernietigende rapporten die daarover verschenen. De aanbevelingen uit die OVV-rapporten en de Rekenkamer lijken niet te worden ‘omarmd’, eigen gemaakt en omgezet in nieuw beleid.

Wat is dat toch? Wel zeggen dat je zaken wilt veranderen maar het niet doen? De mentaliteit, attitude, en de cultuur bij ‘de ambtelijke top’ lijkt niet te veranderen. Ik zie daarvoor helaas geen enkel hard bewijs en dat vind ik uitermate zorgelijk. Niet voor niets heeft Defensie ruim 8000 vacatures. Niet voor niets is de uitstroom veel te hoog en de instroom veel te laag. Niet voor niets moet de missie in Mali noodgedwongen worden gestopt.

Ja, de bezuinigingen van de afgelopen jaren spelen een rol, maar dat is geen afdoende verklaring. Was het maar zo simpel, er kan nu immers weer geïnvesteerd worden (al blijft het budget te laag). Er moet leiderschap en daadkracht worden getoond, er moet snel een cultuuromslag plaatsvinden, voor er politieke brokken vallen. De dames op Plein 4 zitten tot nu toe ‘goed in de wedstrijd’, maar geldt dat ook voor de ambtelijke top?

Ik wil mooie daden zien in plaats van mooie woorden! In het belang van het personeel, van onze veiligheid en vooral van de veiligheid van de defensiemedewerkers.