Verhuiskostenvergoeding voor AFMP-lid
Deze keer besteden we aandacht aan een case, waarbij een AFMP-lid door onze inspanningen alsnog een verhuiskostenvergoeding kreeg toegewezen na zijn indiensttreding bij Defensie. Medio 2022 solliciteerde hij naar een defensiefunctie. Hij wist dat hij door de grote afstand tussen zijn huidige woning en zijn nieuwe werkplek moest verhuizen. Daarom vroeg hij tijdens het sollicitatiegesprek aan de P&O-functionaris of hij recht had op een verhuiskostenvergoeding. Die antwoordde niet precies te weten wat de voorwaarden hiervoor waren en beloofde hierop terug te komen.

Na de ontvangst van zijn aanstellingsbrief regelde ons lid zijn verhuizing. Op 1 januari 2022 verhuisde hij naar zijn nieuwe woning, niet ver van zijn werkplek. Vijftien dagen later trad hij in dienst. In zijn eerste werkweek stelde hij opnieuw vergeefs de vraag wat de voorwaarden waren voor een verhuiskostenvergoeding. Maanden later werd hij hierover pas geïnformeerd. Hij bleek aan vrijwel alle voorwaarden te voldoen, maar ontdekte ook dat hij pas na zijn indiensttreding had mogen verhuizen. Hij wist dit niet eerder, anders had hij hiermee gewacht. Hierdoor voldeed hij niet aan de voorwaarde in artikel 4 van het Verplaatsingskostenbesluit Defensie (VKBD) dat de verhuisdatum na de indiensttreding moet plaatsvinden. Vervolgens deed hij een beroep op de hardheidsclausule van artikel 31 van het VKBD. Deze hardheidsclausule zou inhouden dat van artikel 4 kon worden afgeweken als er sprake was van ‘een onbillijkheid van overwegende aard’.
Bijzondere omstandigheden
Zijn beroep werd afgewezen en daarom meldde hij zich bij onze afdeling individuele belangenbehartiging. Dankzij de hulp van onze advocaat mr. Gabriëlle Steenbakkers kreeg hij in een bezwaarprocedure alsnog een verhuiskostenvergoeding toegewezen. Zij wees op zijn bijzondere omstandigheden op basis waarvan de hardheidsclausule alsnog moest worden toegepast. De HDP bevestigde dat ons lid niet tijdig was geïnformeerd over de voorwaarden en dat hij hier vóór zijn verhuizing en indiensttreding al naar had gevraagd. Het antwoord liet dus (te) lang op zich wachten. Daarom concludeerde de HDP dat het onverkort hanteren van de voorwaarden ‘een onbillijkheid van overwegende aard’ zou opleveren. Mede uit het oogpunt van goed werkgeverschap kende hij daarom de gewenste vergoeding toe.
Rust
“Hoe moeilijk het regelen van zaken bij Defensie soms gaat, zo gemakkelijk ging dat bij de AFMP,” blikt ons lid terug op de succesvolle afloop. “Ik merkte direct dat de AFMP-collega’s verstand van zaken hebben. Ons contact was duidelijk en laagdrempelig. Ook het contact met Gabriëlle ervaarde ik als laagdrempelig en daardoor als heel fijn! Voordat ik bij de AFMP aanklopte, was ik 9 maanden lang alleen bezig met een juridische procedure tegen Defensie en dat voelde soms aan als een eenzaam gevecht. Het gaf me rust toen de AFMP me vertelde waar ik moest zijn voor het indienen van mijn bezwaar en waar ik bepaalde documenten kon vinden.”
Dit artikel is eveneens gepubliceerd op de achterpagina van de op 13 december verschenen uitgave van ons ledenmagazine OpLinie.