6 oktober 2022

'De BCO heeft al veel goeds gerealiseerd'

Tot voor kort was men bij Defensie vooral gewend om bezuinigingen door te voeren en dus om te reduceren in functies en in personeel. Mede door de oorlog in de Oekraïne is de politiek na een jarenlange kaalslag bij Defensie doordrongen geraakt van het belang van fikse investeringen in onze defensieonderdelen. Die hebben recent daarom volop financiële middelen ontvangen om uitbreidingen te realiseren en tekortkomingen op te lossen. Met het oog hierop hield Ron Segers, sectorhoofd Luchtmacht van de AFMP, in onze recente nieuwsbrief een pleidooi voor een vereenvoudigde procedure bij de Uitvoering Reorganisaties Defensie (URD), die vaart moet zetten achter de stroperig verlopende uitbreidingstrajecten.

Wij vragen Ron hoe deze procedure eruit moet zien en wat de meerwaarde van de BCO tijdens reorganisatietrajecten is. Ron is zelf betrokken bij de BCO.

Kun je allereerst verduidelijken welke rol de uit de centrales en de werkgever bestaande Begeleidingscommissie, ofwel BCO, heeft bij reorganisaties?
Nadat er een reorganisatieplan is vastgesteld, volgt een uitgebreid BCO-traject. Dit traject bestaat uit een serie overleggen tussen de centrales en de bonden. Het doel van deze overleggen is dat de afgesproken spelregels op reorganisatiegebied correct worden uitgevoerd. Kort gezegd, kijkt de BCO op welke manier het personeel concreet in de plannen voorkomt. Hierbij hebben de centrales een dwingende adviesfunctie. Het totale BCO-traject bestaat uit drie fases, namelijk BCO-1, BCO-2 en BCO-3. Bij de eerste twee fases moet het defensieonderdeel een positief advies meekrijgen van de centrales voordat het verder mag gaan.

Wat gebeurt er gedurende de BCO-1?
Tijdens de BCO-1 presenteert de organisatie welke medewerkers wel of geen plaatsing krijgen binnen de nieuwe organisatie. Vervolgens toetst de BCO of dit rechtmatig is gebeurd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over de selecties en de juiste plaatsingen. Nadat het Personeelsvullingsplan positief is vastgelegd, wordt een brief met een voornemen tot plaatsing of niet plaatsing verstuurd naar het huisadres van de betrokken medewerkers.

Welke inspanningen worden tijdens de BCO2 en de BCO-3 verricht voor het personeel?
Bij BCO-2 behandelen we de heroverwegingen en de hiervoor aangedragen argumenten van medewerkers tegen het voornemen van hun plaatsing of niet-plaatsing. Na ontvangst van de brief met dit voornemen hebben zij 14 dagen de tijd om hiertegen hun bezwaren te uiten. Via bijvoorbeeld een e-mail of een brief kunnen zij deze kenbaar maken. Het kan zijn dat een medewerker het niet eens is met zijn of haar plaatsing of dat er afspraken zijn die de werkgever niet is nagekomen. Vervolgens wordt op individuele basis getoetst of de heroverwegingen van medewerkers wel of niet worden gehonoreerd. Door deze werkwijze halen wij er nog heel veel foutjes uit.
De BCO-2 vormt vaak een ‘sociaal vangnet’ voor zowel de organisatie zelf als bijvoorbeeld voor bij de AFMP aangesloten medewerkers die bij een reorganisatie betrokken zijn. Er kunnen persoonlijke medische of psychische redenen zijn waarom een besluit over iemands niet-plaatsing moet worden heroverwogen. De BCO-2 vormt op deze manier een winwinsituatie voor ons, voor de werkgever én voor de medewerkers. Hierna ontvangen zij hun definitieve beschikking. Tegen deze beschikking kunnen zij, als zij het niet eens zijn met dit besluit, juridisch bezwaar aantekenen.
Tijdens de BCO-3 wordt getoetst of de vacatures op de juiste manier gevuld zijn. Hierbij geldt de regel: een vacature moet eerst in de horizontale lijn worden ingevuld, voordat deze verticaal wordt ingevuld. Als er een ‘horizontale’ kandidaat is, dan bemoeien wij ons hier als BCO niet mee. Wij gaan namelijk niet over de definitieve selectie. Als de keuze op een ‘verticale’ kandidaat valt, dan heeft de organisatie ons heel wat uit te leggen, omdat dit ten koste gaat van iemand in de horizontale lijn. Zij moet ons dan heel goed duidelijk kunnen maken waarom een ‘horizontale’ kandidaat niet geschikt zou zijn.

In jouw voorwoord in de onlangs verzonden digitale AFMP-nieuwsbrief benadruk je dat de BCO in het verleden veel positiefs heeft kunnen realiseren voor onze leden. Kun je hiervan een concreet voorbeeld noemen?
Door de bezuinigingen bij Defensie in 2012 en 2013 zouden er 12.500 arbeidsplaatsen moeten verdwijnen. Dankzij de gerichte aanpak van de BCO tijdens het BCO-2-traject hebben wij er voor kunnen zorgen dat destijds maar heel weinig AFMP-leden gedwongen zijn ontslagen bij deze reorganisatie. Via het Sociaal Beleidskader, ofwel het SBK, is een aantal leden wel vrijwillig vertrokken. De afdeling individuele belangenbehartiging van de AFMP kreeg destijds ook niet of nauwelijks verzoeken binnen tot het voeren van juridische bezwaarprocedures tegen de uiteindelijke beschikking van hun werkgever. Dit onderstreept de meerwaarde van de BCO, die inderdaad al veel goeds voor leden heeft kunnen realiseren.

Lees het volledige interview met Ron Segers in ons op 1 oktober verschenen ledenmagazine OpLinie. Deze uitgave kun je ook lezen via onze ledenapp.

Meer over:
BCO