18 februari 2014

Veteranenbesluit: AFMP gehoord in Tweede Kamer

Woensdag 19 februari vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over het Veteranenbesluit. De AFMP was uitgenodigd om hier een bijdrage aan te leveren.

Namens de AFMP is mr. Jaqueline van Rossum uitgenodigd gezien haar eerdere betrokkenheid bij de totstandkoming van de Veteranenwet. Het Veteranenbesluit is een verdere uitwerking van deze Veteranenwet.

Het rondetafelgesprek is georganiseerd door de Vaste Kamercommissie (VKC) Defensie en dient als voorbereiding voor het gesprek dat de VKC Defensie op 6 maart a.s. heeft met de minister over dit Veteranenbesluit.

Hieronder de tekst die Jaqueline van Rossum heeft uitgesproken:

Geachte voorzitter,

Om te beginnen wil ik u danken voor de uitnodiging om vandaag namens de AFMP deel te nemen aan dit gesprek. Eind 2011 had ik ook al de eer om van dichtbij te mogen meemaken hoe de Veteranenwet tot stand kwam en het is goed om vandaag weer bij elkaar te zijn om de volgende stappen te zetten.

Want de Veteranenwet was natuurlijk een enorme mijlpaal maar ook pas het begin. Met de wet is er een stevige basis gelegd voor de erkenning, waardering en bijzondere zorg voor de veteranen en zijn of haar de relaties. Maar het succes van deze wet valt of staat wel bij de verdere uitwerking en uitvoering hiervan.

Ik zit hier vandaag dan ook een beetje met een dubbel gevoel: enerzijds blijdschap dat vandaag het Veteranenbesluit op de agenda staat en daarmee de uitvoering van de Veteranenwet verder vorm krijgt. Anderzijds hebben wij echter nogal wat zorgen over de uitvoering, zorgen die Defensie ondanks ons intensieve overleg hierover tot nu toe niet volledig heeft kunnen wegnemen.

Deze zorgen zou ik graag allemaal met u willen delen maar omwille van de tijd zal ik me beperken tot de drie belangrijkste, te weten onze zorgen omtrent de inkomensvoorziening, het Veteranenloket inclusief de zorgcoordinatoren en het tijdsverloop.

Over het eerste onderwerp, de inkomensvoorziening heeft mijn buurman, de heer vd Meijden zojuist al het een aantal belangrijke zaken benoemd. Aangezien wij ons daarin volledig kunnen vinden zal ik deze punten niet allemaal herhalen. Wel wil ik nog benadrukken dat ook wij onze grootste twijfels liggen bij de termijn van twee jaar die in het Veteranenbesluit aan de inkomensvoorziening wordt verbonden. Ondanks dat in hetzelfde besluit ook diverse mogelijkheden tot verlenging zijn opgenomen, zijn wij van mening dat deze aanpak niet in lijn is met hetgeen in de Veteranenwet is afgesproken. Iedere termijn en ieder moment van verlenging levert immers een beslismoment op en daarmee een stressmoment voor de Veteraan en zijn relaties. Stress die wij nu juist om andere punten met de Veteranenwet hebben proberen weg te nemen.

Ons tweede grote zorgpunt betreft het Veteranenloket en de zorgcoordinatoren. Zoals u heeft kunnen lezen wordt het Veteranenloket in het Veteranenbesluit wel genoemd maar worden de kwaliteitseisen en voorwaarden waaraan het moet gaan voldoen overgelaten aan nadere regelgeving. Enerzijds is dat wellicht begrijpelijk. Alle details regelen in het Veteranenbesluit is ondoenlijk en werkt remmend indien de praktijk om snelle aanpassingen vraagt. De kwaliteit en werking van het Veteranenloket en de zorgcoordinatoren is voor ons echter wel cruciaal voor het wel,of niet slagen van het Veteranenbeleid. Wij zullen als vakbond dan ook nauw betrokken blijven bij de invulling van het loket en de zorgcoordinatie om te zorgen dat ze in lijn van de Veteranenwet worden ingericht.

Tot slot wil ik graag nog even aandacht vragen voor het tijdsverloop van dit gehele traject. Zoals eerder gezegd is het al ruim twee jaar geleden dat de Veteranenwet is aangenomen. En ook al weten we allemaal dat de uitvoering van deze wet niet eenvoudig is, moeten we ook beseffen dat er voor de veteranen de afgelopen twee jaar concreet nog vrijwel niets is veranderd. Wat de post-actieve veteranen betreft heeft een gedeelte dan wel de Ereschuld inmiddels uitbetaald gekregen, voor de groep van na juli 2007 ligt de volledige schadevergoeding nog steeds op de plank. Wat ons betreft onacceptabel.

Voor de actieve veteraan is dit niet veel anders. Zij hebben dan wellicht inmiddels wel een veteranenspeld en pas ontvangen, maar heeft ondertussen ook alle negatieve ervaringen van de reorganisaties voor zijn kiezen gekregen, waardoor het ongetwijfeld nog moeilijker is geworden om een goede plek in de organisatie te verkrijgen en te behouden.

Nieuwe missies betekenen vervolgens nieuwe veteranen, maar het Veteranenloket, de zorgcoordinatie en de inkomensvoorziening laten op zich wachten. De focus van Defensie lijkt de afgelopen jaren volledig te zijn gericht op de reorganisaties en het enthousiasme en de actieve aanpak van het Veteranenbeleid die we in 2011 allen voor ogen hadden is volledig uitgeblust. Wat ons betreft moet daar zo snel mogelijk verandering in komen.

En daarvoor doen wij niet alleen een beroep op Defensie, maar ook op politiek Den Haag en alle betrokken organisaties. Want het einde van de reorganisaties is nog niet in zicht en komend jaar zullen ongetwijfeld ook allerlei andere zaken de aandacht gaan vragen, maar wat ons betreft mag de Veteraan hier niet langer de dupe van zijn. Defensie moet de rust krijgen en nemen om op een voortvarende en actieve wijze invulling te kunnen geven aan het nieuwe Veteranenbeleid. En daar kunnen we allen, los van eventuele politieke of organisatorische belangen, aan bij dragen door het belang van de veteraan en zijn relaties prioriteit te geven en er voor te zorgen dat 2014 het jaar wordt waarin de Veteranenwet zijn positieve uitwerking krijgt.

Meer over:
BVJ